Watervillas Delfstrahuizen
Alledaagse bijzonderheden

Watervilla’s in de blubber

Het dorp waar ik mijn eenvoudige -om niet te zeggen nederige- buitenverblijf bezit, is de toegangspoort naar de prachtige Friese meren. Er is een brug, een eetcafé, een bazaar, een snackbar en een brugwachter met een klompje aan een hengel.
In de zomer varen de plezierjachten af en aan, in de winter is er geen ruk te doen. Voor de toeristen althans.

Dáár moet meer uit te halen zijn, heeft iemand op zeker moment gedacht. Meestal is die ‘iemand’ een projectontwikkelaar. Hij koopt een paar stukken weiland van een moedeloze boer, legt een wethouder in de watten en krijgt dan een vergunning om het landschap te gaan verpesten. Met vijftig (!) ‘watervilla’s’ bijvoorbeeld. Ons dorpje is meteen twee keer zo groot.

Ik zou niet durven

Nu zeg ik niet dat het in dit geval ook zo is gegaan, verre van dat, ik zou niet durven. Verder dan vuige insinuaties wil ik niet gaan. Meer kun je er ook niet tegen doen.
Maar voor mij staat wel vast dat enkele lieden met dit project lekker gaan binnenlopen.

De prijzen van de watervilla’s variëren van vier tot zevenenhalte ton (exclusief btw ook nog), dus u begrijpt: de sociale woningbouw in ons dorp krijgt meteen een gigantisch impuls.
De watervilla’s zijn zo te zien vooral bedoeld voor rijke rustzoekers en beleggers. Je mag er niet eens permanent wonen.

Oosterburen

De eerste stulpjes (met rieten dak) worden nu opgeleverd. Ondermeer aan vermogende oosterburen. Bestelwagens van Duitse woninginrichters heb ik al gesignaleerd.
De lokale middenstand dacht mee te profiteren, maar die komt bedrogen uit. Dat is dan ook weer (entschuldigung) zo typisch Duits hè, om helemaal uit die Heimat een meubelboer te laten opdraven.

Lees ook:
De evolutie van het poepen sinds de Romeinen

Ik ging eens kijken hoe de zaak erbij stond. Het voormalige weiland was geheel overhoop gehaald. Er waren slootjes gegraven, opdat iedereen zijn bootje voor de deur kon leggen. Er was een sluisje naar het meer. Hier en daar was het land opgehoogd. Anders zaten de bewoners zielig tegen de dijk aan te loeren.

Troosteloze bende

Over modderige asfaltweggetjes glibberde ik tussen de villa’s door. Sommige waren klaar, andere niet meer dan een casco. Het regende. Het was een troosteloze bende.
Er stond een bord van de firma Rottinghuizen. Die bouwt de boel. Niet een naam die vertrouwen geeft in de goede afloop. Je snapt niet waarom iemand met zo’n naam überhaupt in de huizenbusiness gaat. Maar goed, mijn zorg is dat niet.

Hier en daar wordt al een tuin aangelegd.
Onderaan de dijk sprak ik een hovenier. Ik kende hem niet.

“Hoi”

“Goeie!”

Ja, dat was alles. Maar dat is Friesland hè, altijd ín voor een praatje. Daar kunnen de nieuwe bewoners zich dus alvast op verheugen.

Opa

Over pakweg twintig jaar loopt de lokale wethouder met zijn kleinkinderen over het resort met de watervilla’s.
Met een breed armgebaar laat hij ze de omgeving zien.
“Kijk jongens, zonder jullie opa had dit er allemaal niet gestaan!
“Nou, bedánkt opa!”

Laatst bewerkt op: jan 19, 2019 @ 18:04.

Laatste revisie op 19 januari 2019.

(273 keer bezocht, 1 bezoeken vandaag)

Schrijft op Arnoud Hugo en Amsterdam Centraal. Vader ZKKH. Wanneer tijd over: schrijven, muziek, voorlezen, redactie Amsterdam Centraal.

8 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Previous Next
Close
Test Caption
Test Description goes like this
Total
0
Share