Op de televisie zag ik het zoveelste typetje voorbijkomen waarbij een man zich als vrouw had uitgedost.
Het is vrijwel altijd een rare vrouw, want het moet komisch zijn.
Ik vroeg mij af: wat is dat toch met al die professionele lolbroeken op de televisie dat ze zich voortdurend willen verkleden als vrouw?
Heb ik zélf wel eens die behoefte gehad?
Nee, de laatste keer dat ik het deed was tijdens het eindexamencabaret.
Maar daarna word je geacht daar overheen te groeien.
Volbloed travestiet
Als je er niet overheen groeit, kun je maar beter acteur of cabaretier worden, zo lijkt het. Dan kom je er nog een beetje netjes mee weg, met die stiekeme innerlijke drang.
Want om nu meteen stevig door te pakken tot een volbloed travestiet als Dame Edna Everage is ook weer zo’n grote stap.
De meeste eer komt toe aan de grimeur.
Toen schrijver Maarten ‘t Hart in 1991 ineens als ‘Maartje’ in vrouwenkleren begon rond te lopen, werd daar vreemd tegenaan gekeken.
Dat is geen typetje meer. Dat is serieus. Daar kunnen we ons niet meer met een lolletje vanaf maken.
Wat moeten we daar ineens mee?
Wiebelende pumps
Zelf had ik eens een vriend die van de ene op de andere dag zijn stoere motorkleding verruilde voor een ongemakkelijk zittend mouwloos zomerjurkje, grote oorbellen en wiebelende pumps maat 44.
Hij was de gespierde eigenaar van een sportschool, dus u kunt zich enigszins voorstellen hoe dit eruit zag.
Het is hoogst interessant om dan bij jezelf de opperste staat van verwarring te constateren. Want alle conventies van een vriendschap staan ineens volkomen op z’n kop.
Een vriend is een vriendin geworden, waarmee je hooguit nog op kroegentocht gaat vanuit bravoure: kijk mij eens ruimdenkend zijn.
Maar ondertussen wil je gevoel zich er niet mee associëren, daarvoor zijn de genderstereotypen te diep geëtst.
Voelde de vriend(in) in kwestie soms een zelfde soort opgelatenheid en ongemakkelijkheid, maar dan ten aanzien van het eigen lichaam?
Zij/hij verhuisde naar Amerika en vertoeft sindsdien onder gelijkgestemden in een totaal ander leven.
Zijn sociale netwerk in Amsterdam slaakte stiekem een zucht van verlichting.
Verkapte behoefte als beroep
Het zette mij aan het denken over de mannen met de lollige vrouwentypetjes op tv.
Waarschijnlijk is het toch een verkapte behoefte aan travestie, maar dan in een vorm die sociaal minder ingrijpend is.
Je maakt er gewoon je beroep van in plaats van je leven.
Het fenomeem is te hardnekkig om toevallig te zijn. Bij vrouwelijke potsenmakers komt het veel minder voor. En laten we eerlijk zijn: bijster grappig zijn al die typetjes meestal niet, dus daarvoor hoeven ze het niet te doen.
De meeste eer komt toe aan de grimeur.
Voor de televisie begon het in een ver verleden bij de dames Snip en Snap (Willy Walden en Piet Muyselaar). Sindsdien hebben we op de buis een eindeloze stoet crypto-travestieten zien passeren.
Kees van Kooten en Wim de Bie leefden zich uit in vele verschillende dames (waaronder Jet en Koosje Veenendaal , Mémien Holboog , Bea de Wilde , Berendien uut Wisp en Carla van Putten ).
Oude wijn in nieuwe zakken
Paul de Leeuw haalt zijn gerief op travestietgebied bij Annie de Rooij en Zuster Godelieke .
Ook de nieuwste generatie lolbroeken in de persoon van Jeroen van Koningsbrugge en Dennis van de Ven (Draadstaal, NeonLetters) lusten er wel pap van.
Met als gevolg dat ik telkens weer zuchtend moet vaststellen dat het allemaal oude wijn in nieuwe zakken is.
Hoe zou Maarten ‘t Hart tegenwoordig naar dit soort dingen kijken?
O nee, die heeft geen televisie.
Laatste revisie op 24 januari 2021.