2003: Gewetenloos genieten
Eigenlijk moet ik mijzelf eens flink bestraffend toespreken, al betwijfel ik of dat helpt. Is het iets dat in jongetjes-genen zit en nu eenmaal niet te onderdrukken valt? Want vrouwen hebben er blijkbaar veel minder last van…
De kwestie is deze. Ik betrap mij erop dat ik in weerwil van mijn opvattingen, toch sensatiezuchtig naar oorlogsbeelden uit Irak zit te kijken. Maar ik ben tégen die oorlog, dus ik zou vol walging mijn blik van het beeldscherm moeten afwenden. Er gaat echter een macabere aantrekkingskracht van uit. Ik bespeur bij mij een ietwat verveeld gevoel van teleurstelling wanneer het Journaal overgaat tot de kleinere orde van de dag, zoals de kippenpest en de formatie.
Dienstweigeraar
In tijden dat ons Nederlandse leger ook al niks voorstelde, was ik dienstweigeraar. Omdat ik er niets voor voelde om in omstandigheden te geraken waarin ik een ander mens zou moeten doden. Dat kon ik niet met mijn geweten verenigen.
Anno 2003 zit ik zowat apathisch te luisteren wanneer bij de beelden van hevig kanonvuur tussen neus en lippen door wordt meegedeeld dat daardoor minstens duizend Irakese soldaten het leven hebben gelaten. Ok, het zullen geen fijne jongens zijn, maar we weten niet of ze daar vrijwillig stonden. En er eindigen daar toch duizend filmpjes van levens die waarschijnlijk ook vrouw en kinderen hadden, een vader en een moeder, ooms en tantes, neefjes en nichtjes. Levens die achteraf bezien voor niets liefdevol zijn grootgebracht, bij iemand in de klas hebben gezeten, verliefd zijn geweest of waarvan de melktandjes zijn bewaard.
Demonstreren tegen de oorlog
Ik loop mee in vredesdemonstraties, maar als het op televisiebeelden aankomt ben ik kennelijk net zo geïndoctrineerd en gehersenspoeld als de Fedayeen die voor Saddam hun vreugdevolle Kalashnikov-dansjes doen. Ik roep dat ik tegen de oorlog ben, maar ik mag er graag naar kijken. De strijd wordt mij geserveerd als een actiefilm, en dat soort beelden heb ik al in overvloed gezien. Wanneer er straks een aftiteling verschijnt zal me waarschijnlijk niet eens opvallen dat hier iets niet klopt. Hollywood ligt tegenwoordig in Irak en dankzij de Amerikaanse filmindustrie zijn we reeds volkomen immuun voor beeldgeweld. En dus komen ze ermee weg, wanneer in luttele seconden duizenden échte levens worden weggevaagd. En daardoor komt ook mijn veronderstelde geweten ermee weg, want de grens tussen schijn en werkelijkheid blijkt verdwenen.
Kind van negentien
Wanneer de glorieuze bevrijdingsactie van krijgsgevangene Jessica Lynch in het nieuws wordt uitgemeten, slaag ik er nog maar nét op tijd in mij tevens te realiseren dat het hier dus wél om een negentienjarig meisje gaat. Een meisje dat vrolijk en veilig in haar dorpje Palestine (what’s in a name)met de jongens had moeten lopen flirten in plaats van als krijgsgevangene ver van huis zwaargewond in een vijandelijk ziekenhuis te belanden, waar ze vervolgens door een fascistische bruut met de vlakke hand in het gezicht wordt geslagen. Wat deed ik eigenlijk zelf toen ik nog een kind van negentien was, maar natuurlijk vond dat ik geen kind meer was?
Oscars
Het is ontluisterend bij jezelf te ontdekken dat je je in feite bij het geweld hebt neergelegd. Wanneer ik eerlijk ben, echt streng mijn beleving onder de loep neem, ontdek ik een stiekeme houding van: ik ben absoluut tégen die oorlog, maar nu hij eenmaal is begonnen kan ik er het beste ook maar een beetje van genieten.
Zover hebben ze mij dus gekregen, dát is kennelijk de Hollywood-variant van ‘softening targets’, het geweten van mensen dusdanig immuniseren voor geweld dat ze elke verschrikking ook in de werkelijkheid voor zoete koek slikken. Eigenlijk zouden we dat óók als misdaad tegen de menselijkheid moeten aanmerken.
Het wachten is nu op de uitreiking van de Oscars…
Laatst bewerkt op:
.Laatste revisie op 30 januari 2019.