2011: De gele hesjes en de grote bekken – Als ik niet aan het schrijven of redigeren ben, zwerf ik regelmatig door de stad, fotografeer het een en ander en ben ik voortdurend nieuwsgierig.
Ik belandde deze week bij de toegangsweg van de afgesloten IJtunnel. Ik waagde mij een heel klein stukje op het stoepje langs de toerit om het terras van Nemo van een afstand op de foto te zetten. Met nadruk vermeld ik erbij, dat ik niet langs enig verbodsbord ben gelopen. Die borden staan pas verderop. Toch had ik dit beter niet kunnen doen, want wat mij toen overkwam, tart elke beschrijving.
Er stonden verkeersregelaars voor de toerit. Verkeersregelaars van het bedrijf Traffic Support. Eén daarvan stond een krentenbol naar binnen te proppen, maar wist tussen de krenten door toch nog naar mij te roepen: “Mewnjeer!”
Toen hij mijn aandacht had, maakte hij een arrogant gebaar van met zijn arm van ‘moven!’.
Gek is dat, maar voor dergelijke autoritaire houdinkjes ben ik heel allergisch.
Ik informeerde dus ten overvloede wat er was. Hij moest zich maar wat correcter opstellen, vond ik.
Te veel gevraagd.
Dienstbevel
Hij sprak de inmiddels klassieke, maar waanzinnig irritante woorden: “U mag even díe kant op lopen!”
Aha, de terreur van het ‘mogen’! Die kennen we nog uit de gezondheidszorg.
Taalgevoelig als ik ben, interpreteer ik dat als: ik hoef niets, ik mag iets. Het is een keuze.
Ik koos ervoor om gewoon te blijven staan. Want dat mócht daar.
Naïef van mij. Zo werkt dat niet. Ik dien dit ‘mogen’ te interpreteren als een dienstbevel.
Ik had voor deze Feldwebel van de IJtunnel hakkenklakkend in de houding moeten springen, besef ik achteraf.
Ik wierp tegen dat ik alleen even een fotootje wilde maken. Hij luisterde niet. Hij bleef agressief en intimiderend op luide toon zijn bevelen herhalen en mij wijzen op de consequenties als ik niet deed wat hij zei.
Toen dit geen effect had, tilde hij het conflict naar het volgende niveau: hij gaf mij ‘een aanwijzing’.
Volgens de woordenboeken is ‘een aanwijzing’ een advies hoe je iets het beste kunt doen. Zoals in een gebruiksaanwijzing.
Echter, in de wereld van de private bullebakken is ‘een aanwijzing’ een commando dat direct opgevolgd dient te worden. Anders volgen er vreselijke represailles.
Niet nader genoemde bevoegdheden
Ik was toch behoorlijk verbijsterd over de ‘bevoegdheden’ die de man zichzelf allemaal had toegemeten.
Toen ik wat beter keek stond er op een etiketje op zijn jas inderdaad ‘Bijzondere bevoegdheden’.
Verder geen pasfoto, geen naam, niets.
De ‘bijzondere bevoegdheden’ waren niet nader gespecificeerd en daar maakte de gele gek gretig gebruik van.
In andere landen en tijden leg je bij dergelijke lieden op grond van ‘bijzondere bevoegdheden’ al snel het loodje.
Hoe dan ook, de traffic-tuinfluiter ging hier volgens mij ruim over de grenzen van zijn ‘bijzondere bevoegdheden’ heen.
Ik vroeg hem daarom zich te identificeren.
Dit hoefde hij niet, beweerde hij.
Ik herhaalde mijn verzoek. Het leek mij toch sterk dat een politieagent zich wél moet kunnen identificeren, maar de eerste de beste verkeersregelneef niet. Hij hoorde het niet, druk doende als hij was mij te schofferen. Blijkbaar geheel in lijn met de werkwijze van Traffic Support.
Pertinente leugen
Hij dreigde de politie op te roepen. Sterker nog, hij pakte zijn playmobil-portofoontje en dééd dat ook.
Ik hoorde hem zeggen dat hij ‘hier iemand had die de IJtunnel probeerde in te lopen’.
Een pertinente leugen, maar er was uiteraard met spoed assistentie nodig.
U merkt, het escaleert inmiddels lekker.
De cursus ‘conflictbeheersing’ werpt hier duidelijk zijn vruchten af.
Ik had vast en zeker terroristische motieven. Na Noorwegen wist je het maar nooit tenslotte.
Het leek mij een verstandig moment om maar weer eens een stukje verderop te gaan neuzen.
Ik maakte tijdens mijn aftocht van afstand nog een foto van hem. Onder het motto: ‘Wie zich niet identificeert, wordt gefotografeerd’.
Maar dat vond onze ‘Mladic aan de IJtunnel’ ook niet goed.
Op de openbare weg mocht van hem niet gefotografeerd worden.
Arrestatie
Hij rende achter mij aan en ging mij toen ‘staande houden’, hetgeen hij mij formeel meedeelde.
Blijkbaar nog een van die ‘bijzondere bevoegdheden’: wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Ik verzocht hem mij niet aan te raken. Want hij begon aan mij te plukken en ik bespeurde bij hem toch een nauwelijks bedwongen verlangen om mij in de houdgreep te nemen en al mijn ledematen van plaats te laten wisselen.
Zo’n kans krijg je als verkeersregelaar derde klasse tenslotte niet vaak.
Als een jongetje op het schoolplein versperde hij mij met gespreide armen de doortocht.
Ik probeerde hem ervan te overtuigen dat hij zijn bevoegdheden ver te buiten ging, hoe ‘bijzonder’ die ook mochten zijn in zijn beleving.
Het kwam niet binnen. Hij bleef agressief door mij heen praten, bleef mij intimideren. Hij begon mij nu ook te kleineren en belachelijk te maken.
Politie rukt uit
Gelukkig kwam er snel een motoragent, die ik binnen enkele minuten kon overtuigen dat hier van een mug een enorme olifant in een geel hesje werd gemaakt. Inmiddels arriveerde ook nog een busje met twee politiedames erin.
Ik betwijfel of de opkomst zo groot was geweest als ik zélf de politie had gebeld, maar goed, ik begrijp dat men in principe voor back-up zorgt bij het verkeersregelen. Anders moeten ze er zelf gaan staan en daar hebben ze natuurlijk geen zin in.
Ook Khadaffi de Tweede moest zijn gegevens presenteren.
Saillant was dat hij op zeker moment ineens verdwenen was. Vermoedelijk had hij van het wérkelijk bevoegd gezag ‘een aanwijzing’ gekregen om op te krassen naar zijn Traffic Support busje en te checken of daar soms nog krentenbollen lagen.
Al spoedig mocht ik weer gaan. Mijn onschuld was overduidelijk vastgesteld. Anders had ik zeker een bekeuring gekregen, want vooral de damesagenten hadden er overduidelijk de pest in dat ze voor dit akkevietje waren opgetrommeld. Ik kreeg een keurige hand van de motoragent, die mij nog een prettige middag wenste.
Nou, mijn middag kon niet meer stuk, dat begrijpt u.
Ik informeerde nog bij de overgebleven dames-agenten wat nu precies de bevoegdheden waren van het heerschap in het gele hesje, maar daar deden zij vaag over. Conclusie: zij wisten het ook niet.
Traffic Support
Daar zijn wij dus mooi klaar mee in deze stad. Verkeersregelaars van het private bedrijf Traffic Support die het kleinste beetje tegenspraak van een burger direct naar conflictniveau tillen, daarbij gaan dreigen, intimideren, liegen, schofferen en beledigen en hem tot slot nog gaan ‘arresteren’ ook. Want iets rustig uitleggen is kennelijk te hoog gegrepen voor ze.
Bijvoorbeeld: “Meneer, wij zij hier neergezet om te zorgen dat er niemand de IJtunnel in gaat. Dus ik heb liever dat u een andere kant uit loopt.” Of woorden van gelijke -publieksvriendelijke- strekking. En dan liefst even eerst de mond leeg eten, dat is wel zo beleefd.
Ik wil mij natuurlijk direct laten overtuigen van het feit dat ik nu nét die ene rotte appel heb getroffen.
Dat ene zielige mannetje dat zo graag politieagent had willen zijn, of dan toch op zijn minst beveiliger, maar helaas, ook dat was nog te hoog gegrepen voor hem. Ja, ik wil niet denigrerend doen (hoewel, nu mag ik óók even, ja?), maar iemand die wél zijn school heeft afgemaakt hoeft daar niet te staan natuurlijk.
Tijd voor duidelijkheid
Het wordt tijd voor duidelijkheid. Wat zijn precies de bevoegdheden van allerlei private beveiligers, regelaars, ritselaars en ander geüniformeerd loslopend wild? Waar kunnen wij als burger die informatie vinden? Of zijn wij rechteloos tegenover dit soort types?
Traffic Support pocht op z’n website over z’n professionaliteit. Niets van gemerkt.
En wil Traffic Support dus zo vriendelijk zijn het personeel wat voortaan wat beter te screenen?
Onze politie heeft namelijk wel wat beters te doen dan machtsgeile onderknuppels bij te staan.
Eerder gepubliceerd in 2011 op Amsterdam Centraal en Verbal Jam.
Laatste revisie op 23 april 2023.