2007: De Aansteller

Aansteller

Volkskrant, 2007: Nationaal Terrorismecoördinator Tjibbe Joustra heeft Tweede Kamerlid Geert Wilders erop gewezen tot welke ophef zijn uitspraken over de islam in Arabische landen hebben geleid. Het Kamerlid heeft het gesprek als intimiderend ervaren…

Lang, lang geleden, jongens en meisjes, toen ik nog op de Protestants-Christelijke lagere school zat, moest ik eens nablijven. Het hoofd der school, van wie ik les had, sprak mij vermanend toe. Ik had namelijk de kinderen van de Rooms-Katholieke school aan de overkant uitgescholden en daarbij ook nog gevloekt.
De meester keek mij door zijn brilletje lang en bestraffend aan.

“Enig idee waarom ik je laat nablijven?”
“Kweenie, meester…”
“Dit is nou al de zoveelste keer!”
“Wat, meester?”
“Dat je die kinderen van de overkant loopt te provoceren!”
“Wat is provoceren, meester?”
“Ze loopt uit te dagen!”
“Dat doen die vuile papen bij ons ook, meester! En ze willen altijd vechten!”
Woedend sloeg de meester met zijn vlakke hand op z’n bureau.
Het negertje van het zendingsbusje sprong van schrik een decimeter omhoog.
Een half schoolkrijtje rolde op de grond.

“En nou is ‘t uit!” schreeuwde mijn hoofdpedagoog rood aangelopen.
Ik kromp ineen en barstte bijna in huilen uit.

Want jullie moeten weten, jongens en meisjes, dat wij in die tijd nog sidderden voor degenen die boven ons gesteld waren. Wij durfden nauwelijks tegenspreken, laat staan dat wij tijdens zo’n donderpreek lamlendig onderuit gezakt durfden te zitten met een petje achterstevoren op ons hoofd.

Of dat wij onderwijl zaten te sms’en, als dat al technisch mogelijk was geweest.
Die telefoon zou ons inclusief beltegoed met bijbelse bezieling dwarsliggend door de bek geramd zijn.
En onze ouders zouden niet hebben durven klagen.
Integendeel, mijn vader zei altijd dat ik het ‘er dan wel naar gemaakt zou hebben’ en gaf mij nog een bonus-oorvijg toe.

Dat kon en mocht toen allemaal, want de kindertelefoon zou pas decennia later bedacht worden. In die tijd was het tenminste nog leuk om vader te zijn!
Maar ik dwaal af, geloof ik…

Lees ook:
2008: De Paardenstotteraar (1)

“Klopt het dat jij wel vaker hebt lopen schelden tegen die andere kinderen?” vroeg de meester toen hij weer enigszins tot kalmte gekomen was.
“Ja, meester. ‘Alle katholieken oprotten hier’, heb ik geroepen… Maar iedereen deed mee.”

De meester besloot van strategie te veranderen en begon een vaderlijke toon aan te slaan.
Nou werd het pas écht link.
“Maar jongetje toch, ik wil zo graag dat je inziet wat de consequenties kunnen zijn van je gedrag en je uitlatingen!”
“Wat zijn consequenties, meester?”
“De gevolgen. De gevolgen, jongen! Besef je wel dat je daarmee aan de overkant onnodig de aandacht vestigt op onze school? Tot wat een ophef dit kan leiden? Straks hebben we in deze buurt massale vechtpartijen!”
Ik zei maar niet dat dit mij en mijn vriendjes nu juist wel geinig leek.
“Ja, meester…”

De man zuchtte. Niet zómaar een zucht, maar zo’n diepe zucht waarmee je in één ademtocht je totale teleurstelling over die jeugd van tegenwoordig uitdrukt. Hij zat gelukkig niet ver meer van zijn pensioen.
“Ga dan nu maar naar huis en zondig niet wéér!”

Bijna een uur later dan normaal verliet ik met kloppend hart het schoolgebouw.
Ik hield er geen fijn gevoel aan over.
Sterker nog, ik voelde mij danig geïntimideerd door dit ‘informatieve gesprek’ met de hoofdonderwijzer.

Dus ik wil maar zeggen, het is ons allemaal wel eens overkomen dat wij de les gelezen werden over ons gedrag. Die Geert Wilders moet zich niet zo aanstellen.
Vast zo’n schijterige katholiek…

Oorspronkelijk gepubliceerd op Verbal Jam.
Eigen afbeelding van een school waarop ik zat, maar die geen relatie heeft met het verhaal.

Laatste revisie op 12 mei 2021.

(141 keer bezocht, 1 bezoeken vandaag)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Previous Next
Close
Test Caption
Test Description goes like this
Total
0
Share