Nederlanders met een achtergrond

Nederlanders met een achtergrond

Nederlanders met een achtergrond – Nergens hebben ze dat zo erg als in Nederland: een woord om immigranten politiek correct aan te duiden. Maar nu wordt ook hier het stigma afgeschaft. Eindelijk. Hoe gespannen wij hier in staan blijkt wel uit het feit dat gans columniserend Nederland er nu bovenop duikt. Terwijl het toch maar een klein berichtje was.

Moeilijk kijken

De termen allochtoon en autochtoon gaan verdwijnen. Te beladen, te discriminerend. Maar er komt natuurlijk iets anders voor in de plaats. Voortaan wordt de term ‘inwoner met een migrantenachtergrond’ gehanteerd, ter onderscheiding van ‘inwoner met een Nederlandse achtergrond’. Dit schrijft de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) in het rapport Migratie en classificatie: Naar een meervoudig migratie-idioom’.
Ik moet hier toch even moeilijk van kijken.

Migriatie-idioom

Ten eerste die titel. Dit ‘meervoudig migratie-idioom’ is nu niet bepaald eenvoudig migratie-idioom. Maar in elk geval weet ik nu wat dat allochtonengedoe altijd is geweest: migratie-idioom. In andere landen hebben ze gewoon Turken, Marokkanen, Surinamers, Algerijnen, Spanjaarden en Italianen. Maar wij moeten weer zo nodig ambtelijke kromtaal verzinnen: de inwoner met een migrantenachtergrond. Waarom niet gewoon de inwoner bij de naam genoemd? Zelfs Turken en Marokkanen van de derde generatie blijven in de beleving Turken en Marokkanen. Dat willen ze zelf.

Omslachtig

De nieuwe terminologie is behoorlijk omslachtig. Vooral in teksten waarin deze duiding meerdere keren gebruikt moet worden. De ‘inwoners met een migrantenachtergrond’ worden dan al gauw ‘ima’s’. En dan ook: hoe lang moet je hier wonen om te kunnen spreken van een ‘Nederlandse achtergrond’? Ben ik zélf wel een ‘ina”, een inwoner met een Nederlandse achtergrond? Voor zover ik kan nagaan kwamen mijn verre voorouders uit Duitsland en België. Ons koningshuis (om maar eens een willekeurig Nederlands gezin bij de kop te nemen) kent veel leden met een migrantenachtergrond.
Ik snap het: je kunt pas Nederlander zijn als er met de jaren een heleboel afkomsten door elkaar zijn gaan lopen.

Lees ook:
Crimineel kolderkamerlid

Batavieren

Jammer dat de term ‘zij-instromers’ al bezet is. Maar wat je ook kiest, het zal nooit goed zijn. In de ogen van ‘inwoners met een Nederlandse achtergrond’ doen de ‘inwoners met een migrantenachtergrond’, het niet gauw goed. Het zit in de mens ingebakken dat de ‘vreemdeling’ niet snel geaccepteerd wordt. Zelfs de Nederlander wiens stamboom bij wijze van spreken rechtstreeks terug gaat naar de Batavieren, zal moeite hebben om in een willekeurig dorp geaccepteerd te worden. Hij blijft ‘import’, ‘die Amsterdammer’, ‘die Hollander’, ‘die Limburger’.

Scheldwoord

De naam ‘allochtoon’ is in 1971 bedacht door de sociologe Hilda Verwey-Jonker om de terminologie wat neutraler te maken. Tevergeefs, het woord ‘allochtoon’ is in bepaalde kringen inmiddels bijna verworden tot een scheldwoord.
Wat voor aanduidingen men ook verzint, een etiket voor de ‘instromer’ zal er vrees ik altijd blijven.
Hé, dat woord kan óók: ‘instromer’! Is dát niet wat?

Laatste revisie op 13 oktober 2024.

(235 keer bezocht, 1 bezoeken vandaag)

10 reacties op “Nederlanders met een achtergrond

  1. Mijn grootmoeders (vaders/moederszijde) waren respectievelijk een van haar geloof gevallen jodin en een grijsogige dame van onduidelijke ras.
    Grootvader vaderszijde stamde af van (luie mensen die niet wilde vechten) journaalschrijvers en van moederszijde een zakelijk ingestelde marktkoopman.
    Kortom een redelijke mengelmoes met wit velletje.

    Persoonlijk kijk ik niet naar afkomst of ras:

    Ik ben een simpel mens en vind iemand sympathiek, neutraal of niet prettig om mee om te gaan.

    O ja, al onze voorouders waren zwart 🙂
    zie:
    http://www.olyphant.nl/Familydesk2/images/algemeen/VerspreidingMensheid.JPG

  2. De naam die je geeft is denk ik nooit het probleem, het wordt pas een probleem als je niet goed omgaat me je medemens, welke achtergrond hij ook heeft en daar gaat het mis en dan wordt een naam beladen.

    Mijn broer werkte in de jaren 70 bij de politie en uit zijn verhalen haalde ik dat de mensen die bij ons uit andere landen kwamen om te werken erg werden gepest en tegengewerkt door de politie, namen die werden gegeven aan die hardwerkende mens, werd met een verwerpelijk gebaar uitgesproken, ik als kind vond dat toen al heel erg en heb me zelf toen beloofd goed te kijken en niet snel te oordelen. De mensen die waren gekomen om hier in Nederland te werken, hadden een andere tongval, maar ze deden zo hun best verstaanbaar te zijn, mee te doen, maar ze werden belachelijk gemaakt en nagedaan en men sprak tegen ze in een krom Nederlands.

    Maar het is goed dat we proberen dingen recht te trekken en ons foute handelen onder ogen te zien. Maar veel van ons hebben zich beestachtig gedragen, die mensen werden uitgebuit, ze kregen slechte huizen, voor een te hoog bedrag.

    Ik ben ze dankbaar, ze deden het werk dat mijn vader te vies vond, ze lieten Nederland groeien en hebben gezorgd dat we nu heerlijk kunnen eten.

    Veel kinderen en achterkleinkinderen doen het heel goed, zijn vaak de beste artsen, betrouwbaar en kundig.

    Ik zou er zo voor zijn dat er een programmamaker zou zijn en eens ging onderzoeken welk een geluk deze mensen ons hebben gebracht en hoe vele van ons dit slecht hebben gewaardeerd.

    Vind je stukje mooi, want het roept veel bij me op en daarvoor schrijft een mens toch ook!

  3. Gevoeligheid vs overgevoeligheid is het grootste probleem. Als iemand een term gebruikt (welke dan ook, neutraal is binnen de kortste keren stigmatiserend) zijn er altijd mensen die onmiddellijk beginnen te steigeren.
    Het ergste wat mij overkomen is was in Noorwegen, toen iemand mij ”alien” noemde, hoewel ik de taal vloeiend sprak. In Paramaribo werd ik wel eens ”kaaskop” nageroepen, dat is dan weer wat milder. In Venezuela en Colombia was ik een ”gringo” hoewel dat specifiek voor Amerikanen gebruikelijk is. Men roept maar wat. In Friesland word ik in mijn kleine dorpje als ”westerling” apart gezet. Iedereen discrimineert, de een wat erger dan de ander. Ik laat het maar gewoon afglijden (zonder steigeren). Problemen kun je ook creëren, wie zich gediscrimineerd voelt doet zichzelf daarmee het meeste pijn.

    1. Inderdaad, men roept maar wat. Iedereen kan het best zijn schouders erover ophalen. Maar het wordt natuurlijk pijnlijk als er echt gediscrimineerd wordt, dat mensen om hun afkomst ergens niet toegelaten worden of gekleineerd.

      1. Ik bedoel eigenlijk te zeggen dat het probleem niet zozeer in het woord zit, maar in de gevoelswaarde die het woord krijgt vanuit de (meerderheid van) de gebruikers. Ooit moesten onze ontdekkingsreizigers aanduiden wat voor mensen zij aantroffen in die verre landen. Denigrerend was het woord ”Kaffers” en nog erger ”Liplappen” voor mensen die ze in Afrika aantroffen. Maar het woord ”negers” voor de mensen met een heel donkere huid, zo zwart als ze nog nooit eerder hadden gezien was een verhelderende uitdrukking. Het waren dus duidelijk andere mensen dan de ”Arabieren” die ze al veel langer kenden. In mijn kindertijd, toen instroom van zwarte mensen nog niet eens in iemands gedachte kwam, was het woord ”neger” nog helemaal niet beladen. In Afrika daar woonden de negers zei de juf op school. Het werd pas een probleem toen de (witte) Amerikanen hun zwarte landgenoten NIGGER begonnen te SCHELDEN. En daarom steigeren al die Amerikanen zo over ”zwarte piet”. En sindsdien zijn de Surinamers ook helemaal allergisch voor het woord ”neger” geworden. Dat ligt dus niet aan het woord maar aan het ge/mis/bruik ervan. Merkwaardig genoeg hebben diezelfde Amerikanen helemaal geen probleem met het woord ”Indianen” voor hun oorspronkelijke landgenoten. Hoe ”fout” dat woord ook is! Ik had daar vaak, meestal vruchteloos, over gediscussieerd met Amerikanen die het verafschuwden als iemand over ”niggers” sprak maar wel onmiddellijk een actiegroep startten als er een zwart gezin bij hun in de buurt kwam wonen. Woorden, namen, het betekent allemaal niets het zit gewoon in de geest van de spreker/luisteraar.

  4. Mijn moeder stamt af van de Hugenoten en mijn vader van een Hannekemaaier, dus ik ben allesbehalve zuiver op de graat. Nog getrouwd met een Fries ook. Een rommeltje is het bij mij…..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Previous Next
Close
Test Caption
Test Description goes like this
Total
0
Share