Op de dag dat warenhuis Vroom en Dreesman failliet verklaard zou worden, was ik toevallig bij restaurant La Place (eveneens V&D) om te lunchen. Ik koos een broodje kruidenkaas. Op dat ogenblik verkeerde het warenhuis nog in surseance van betaling. Het was te merken.
Bij het beleggen van de broodjes had het personeel duidelijk opdracht gekregen zuinig om te springen met de voorraad. Het was immers onder de huidige omstandigheden niet waarschijnlijk dat de toeleveranciers bereid waren extra beleg aan te voeren als de boel eenmaal op was.
Armzalig
Op het ciabatta broodje van ruim 5 euro trof ik een armzalig laagje kruidenkaas aan, gecamoufleerd door een blad sla.
Hier nam ik geen genoegen mee.
Ik eiste méér kruidenkaas. Véél meer. Zoals vroeger.
“Zo goed?” vroeg de dame die het beleg smeerde.
“Nee, ga nog maar even door,” riep ik meedogenloos.
De smeerdame kreeg een uitdrukking op haar gezicht van: ‘Ach, kan mij ’t ook schelen, mijn baan ben ik toch al kwijt!’ en smeet nog een paar fikse klodders kruidenkaas op mijn broodje.
Dit stemde mij tevreden. Bij een faillissement kon dit wel eens het laatste broodje zijn dat ik ooit bij La Place zou eten en daar moest ik van profiteren.
Zou het een gemis zijn?
Tijdens mijn lunch dacht ik na over het lot van V&D. Ik stelde mij het land voor zonder het warenhuis. Zou het een gemis zijn? In diverse media was geroepen dat de gaten al snel weer zouden zijn opgevuld. Het saaie warenhuis was niet met z’n tijd meegegaan, aldus diverse deskundigen. En daarvoor kreeg het nu de rekening gepresenteerd.
Daar stak veel waarheid in. V&D had geen webwinkel en dan leg je het af in deze tijd. Elke afdeling was een middelmatige doorsnee van het aanbod: kleding, servies, potten en pannen, sportartikelen, boeken, horloges, sieraden, geurtjes, lederwaren en ga zo maar door. Met één gemeenschappelijk kenmerk: het was bijna altijd nét niet wat je zocht. En dus kocht je er niets.
Allerlaatste hoop
Maar een oud warenhuis als V&D is natuurlijk ook een onderdeel van de maatschappij, een cultuurverschijnsel. Het is een plaats waar je schuilt voor de regen, warm kunt worden in de winterkou. V&D is je allerlaatste hoop in de zoektocht naar sinterklaascadeaus. Het is de plek waar je als kind op de roltrappen speelde en bekken trok tegen de etalagepoppen. Een warenhuis als V&D is ondanks het suffe imago juist door z’n prominente aanwezigheid in elke grotere stad een uniek onderdeel van het winkelgebied. Een plek waar je eindeloos kunt dwalen, vergelijken en waar heel veel verschillende dingen in één winkel bij elkaar staan. Dat zullen we nog missen als al die gebouwen straks leeg en lelijk staan te wezen in de winkelstraat.
Een onbeschoft laag bedrag
Tijdens de laatste happen van mijn broodje dacht ik terug aan vroeger. Als jongen van 17 zocht ik een bijbaantje voor de zaterdag. Ik solliciteerde bij V&D. Voor het werkelijk onbeschoft lage bedrag van 7 gulden per dag (9 tot 18 uur) mocht ik er aan de slag. Daar trapte ik niet in. Ik heb er lang op moeten wachten, maar met enig leedvermaak stel ik nu vast dat ze bij V&D hun trekken thuis krijgen. Op hun beurt uitgebuit en leeggezogen door de boeven van investeringsmaatschappij Sun Capital. Helaas zijn leveranciers en personeel de echte gedupeerden.
Update: Op 16 februari 2016 kwam het bericht dat V&D definitief failliet was. Pogingen tot een doorstart waren mislukt. Ruim 8000 mensen verliezen hun baan. In elk groot winkelcentrum in Nederland komt wel een groot winkelpand leeg te staan. De Laplace vestigingen die niet zijn ondergebracht in V&D-locaties blijven bestaan. Ze zijn overgenomen door supermarktketen Jumbo.
Laatste revisie op 2 februari 2019.
Vroeger (nu ben ik al niet te oud), ging ik met plezier in de V en D kijken tegenwoordig sla ik het vaak over omdat ze gewoon niks leuks meer hebben. Of alleen maar oude spellen etc.
In jouw buurt zou ik hier
http://www.lepainquotidien.nl/wp-content/uploads/sites/10/2014/10/P1210108.jpg?timestamp=1452173062814
gaan eten; veel gezonder. 🙂
Verder:
Helaas voor V&D is het, door de uitverkoop van het vastgoed door Sun Capital en stompzinnig antiek management, min of meer opzettelijk naar de gallemiezen geholpen.
La Place maakt(e) nog winst en zal wel zelfstandig verdergaan.
Hopelijk geeft de bewindvoerder gevolg aan de oproep het dan wel uit de klauwen an Sun Capital te houden.
Hier eet ik ook wel eens, inderdaad. 😉
Het is allemaal relatief, mijn vakantiebaantje in de monsterkamer bij Polak & Schwarz (flagrancefabriek in Zaandam) leverde in 1953 ‘zegge fl.15,– per week’ op. Maar ik kon er toen na 2 weken wel een horloge voor kopen. Een jaar later betaalde Hille (koekfabriek in Koog aan de Zaan) 21 gulden per week netto. Genoeg voor een renovatie van mijn aftandse fiets.
De HEMA heeft meer krediet bij mij dan V&D. In de HEMA op de Dam gold voor ons in de middagpauzes ”een plaats waar je schuilt voor de regen, warm in de winterkou”. Tot de chef ons wegjoeg. Bij V&D werden we al bij de deur geweerd.
Zo’n vijftig jaar geleden had ik bij V&D Utrecht een vakantiebaantje op de afdeling groot speelgoed. Als ik het mij goed herinner verdiende ik f. 1,25 bruto per uur.
Werken op de speelgoedafdeling? Dan mocht je nog blij zijn dat ze geen geld toe wilden hebben, want zo waren (zijn) ze bij V&D wel! 😉
Het ligt niet (alleen) aan geen of matige webwinkel. Vroeger (ik ben 67) had je een kantoorboekhandel, Juwelier een paar kledingzaken, enz. en je had V&D daar kon je tegen een redelijke ten opzichte van de andere zaken goede spullen kopen. Dat werd ook massaal gedaan en V&D draaide goed. Nu heb je zoveel dumpwinkels, Action, Bazar, Yenox, enz, die dezelfde spullen van dezelfde kwaliteit leveren.. Dat treft ook Hema, Blokker. Het prijsverschil is te groot daar kan V&D niet tegenop of ze moeten ook een grote dumpstore worden maar dat schiet niet op. Ik koop nog steeds mijn horloge bij V&D (eens in de tig jaar) maar daar kunnen ze niet van bestaan.
In mijn beleving is de kwaliteit bij Action etc. toch wel minder dan bij V&D en Hema…