Het was de ‘Week van de Mannelijke Zelfoverschatting’. Nederland werd uitgebreid op de hoogte gebracht van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van het grensoverschrijdend gedrag. Waren we nauwelijks bekomen van de Voice-schandalen, nu waren het weer andere min of meer bekende mannen die over de schreef waren gegaan. Zij hadden zich onbetamelijk gedragen tegenover vrouwen op het werk.
Momenteel draait het om de uit de hand gelopen midlifecrisis van de heren Overmars (Ajax) en Van Dijk (PvdA).
Overmars had ‘dickpics’ naar vrouwen gestuurd. Hij kon niet langer leven met het feit dat zijn voetbalplaatjes niet meer gewild waren. Waarom heten ‘dickpics’ trouwens niet in duidelijk Nederlands ‘pikplaatjes’? ‘Penisplaatjes’ desnoods?
Met de moderne technologie van de iPhone of Samsung kan dit tegenwoordig allemaal zomaar. Vroeger moest je daarvoor denk ik langs Fotostudio Heno in de Kalverstraat. Ik heb het zelf nooit gedaan. Panoramafoto’s waren toen namelijk technisch nog niet haalbaar…
Het zaad
En dan hadden we ook nog een andere categorie seksueel verwarde mannen. De gynaecologen en amateur-zaaddonoren. Zij verspreidden hun zaad stiekem en illegaal wijd en zijd onder nooddruftige dames die niet op de gebruikelijke manier bezwangerd konden worden. Het ging niet om een paar vrouwen, nee, om tientallen, honderden. Hele bevolkingsgroepen waren inmiddels familie van elkaar.
Wanneer je de koppen van die donoren zag, begreep je het meteen: een sterke zelfoverschatting. Van gevorderde leeftijd, onaantrekkelijk, bijna zielig en ook dikwijls alreeds dood (al dan niet bij leven).
Mijn eigen hoogtijdagen
Ineens dacht ik onwillekeurig terug aan de hoogtijdagen van mijn eigen adolescentie, waarin de zaadproductie indrukwekkend overvloedig was. Een meisje hoefde maar enigszins nadrukkelijk tegen mij aan te staan om een liter behangplaksel in mijn onderbroek te doen spuiten.
Ik heb de afgelopen decennia lijdelijk moeten toezien hoe de productie gestaag verminderde. Maar zo gaat dat.
Ik heb achteraf spijt dat ik nooit zaaddonor ben geworden. Gemiste kans, denk ik nu. Ik had dit land kunnen verrijken met op z’n minst tientallen nakomelingen. Het was een geweldig verdienmodel geweest. Want ik was best aantrekkelijk en ik las veel boeken. Dat laatste was van belang omdat je bij elke donatie een boekenbon kreeg. Ik had half Scheltema leeg kunnen kopen.
Online catalogus
Er zou een online catalogus moeten zijn van zaaddonoren. Of is die er al? Met foto’s van de mannen. Marc Overmars had hierin ook zonder pikplaatjes goed kunnen scoren. Hij is immers bekend. Genoeg vrouwen die wel een kind van een topvoetballer zouden willen.
Ik stel mij een indeling in rubrieken voor: sport, media, wetenschap, medisch, agrarisch, overig. Of daarbij een Tinder-achtige app, swipen tot je de gewenste donor hebt gevonden.
Er is tegenwoordig wél een wettelijk maximum aan het aantal donaties. Vijfentwintig geloof ik.
Dan krijg je aanprijzingen als: “Nog slechts twee donaties beschikbaar! Haast u!”
Of: “Sale! Nu hoge korting! Uiterste houdbaarheidsdatum bijna verlopen!” Dan hebben we het bijvoorbeeld over het zaad van Emiel Ratelband, die ongetwijfeld zal meedoen aan zo’n project om zijn jeugdigheid te bewijzen.
Ali B.: ‘Niet langer leverbaar’.
Jeroen Rietbergen: “Uit productie genomen.”
Tegenvallende gynaecologen
De gynaecologen vallen me echt tegen. Ik heb ze altijd bewonderd omdat zij de vrouwen kennelijk zo zakelijk en zonder opwinding konden behandelen. Nu blijkt dat menigeen zich tóch na het consult in een achterkamertje geil zat af te trekken boven een jampotje om haar later met de armzalig opbrengst te insemineren.
Nu de boeren nog
Steeds meer vakgebieden en sectoren raken in opspraak. De cultuur, de wetenschap, de sport, de politiek.
Let op: straks zijn het de boeren. Regelmatig zie ik op het platteland zo’n donkerblauw autootje op het erf van een veeteeltbedrijf staan. Daar staat dan zoiets op als ‘Agrarische Dienstverlening’. Daaronder valt ook het insemineren van koeien. Laat daar uw gedachten maar eens over gaan. Mogelijk draait het volgende schandaal om het genetisch gemodificeerde zaad van de agrarische dienstverleners.
Boeren hebben niet voor niets beerputten. Als die eenmaal open gaan…
Laatste revisie op 10 februari 2022.
Zullen we voorlopig gewoon stoppen met elkaar of wie dan ook te ‘insemineren’? Is ook beter in verband met overbevolking enzo.. Dan kunnen we onze aandacht echt aan de liefde geven, van elkaar houden en knuffelen, daar heb ik tenminste zo langzamerhand meer behoefte aan, dan al die billenknijpers en broekjes voelen, en sorry, tieten betasten. En de rest! Laat dat a.u.b. aan de Gooise Matras over, die bestaat tenslotte ook alweer zo’n 50 jaar. Ik kan dat weten want ik kom uit het Gooi…
Leuk stuk. Ik heb meerdere malen zitten grinniken. Vooral de webshop!
Daar ben ik blij mee! 😉
Ik ken die autootjes, staan regelmatig in mijn gezichtsveld. Maar er staat een engelse bedrijfsnaam op die ik niet zal noemen want er hoeft geen reclamedienst te worden verleend. Het is een florerende business. Ieder melkvee exemplaar moet immers jaarlijks ”drachtig” worden gemaakt om de tsunami-achtige campina melkstroom op gang te houden. Die gyneacologen wanen zich blijkbaar zelf een exemplaar kampioen fokstier, die kwistig zijn buisjes vult en leegknijpt. De humor hierin is zoek, ik stel voor dat gyneacologen die zich met fertilisatie bezighouden eerst hun eunuch verklaring moeten behalen zoals dat ook bij harem bewakers gebruikelijk was.
Kortom, genoeg manieren om de branche van het zaad doneren te verbeteren! 🙂
En die baas van Campina maar roepen dat 10 procent minder productie (van het melkvee uiteraard) voldoende is om het milieuprobleem van de veehouders op te lossen..
De klimaatbrigade roept 30- 40 % Bart.
Campina denkt er anders over. Ik zelf denk dat China toch maar eens een poosje terug moet naar de één kind politiek. Bij zo’n groot land zet dat werkelijk zoden aan de dijk. Dan wordt onze opgave om de melkpoeder voor al die chinese baby’s te leveren ook een stuk lichter en hoeven niet langer al onze koeien ieder jaar zwanger gemaakt te worden.
Het kan alsnog.
Ik ben bang dat de concurrentie tegenwoordig te groot is geworden.