Jan-Vethstraat-sloop
Persoonlijke notities,  Geschreven voor Amsterdam Centraal

Een puinhoop

Mijn jeugd is letterlijk verworden tot een puinhoop. Althans, een deel van mijn jeugd. De hele buurt waar ik als kind opgroeide en volwassen werd, is gesloopt. Een grote kraan harkt de brokken beton bij elkaar tot een hoge berg.

Het is vreemd om te zien hoe de wijk ineens een stuk lichter is geworden nu de flat waarin ik woonde er niet meer is.
De contouren van het fundament zijn nog duidelijk zichtbaar, ik kan precies aanwijzen waar mijn kamertje was, op de begane grond, bij de kleine tuin.
Ik weet niet of ik erom moet treuren of juichen. Zo’n mooie buurt was het niet. Het was een nogal troosteloze strook tussen de latere ringweg A10 en de ringspoordijk, onderdeel van de stadsuitbreiding van Amsterdam die vanaf 1951 voortvarend werd gerealiseerd. Volgens de filosofie van het Algemeen Uitbreidings Plan van Cornelis van Eesteren uit 1934 waren de kenmerken van de ‘tuinsteden’ licht, lucht en ruimte, met veel groen. Maar in de eerste decennia was het vooral nog een woestijn, met zandvlakten, stapels stenen, steigers, vrachtwagens, bouwketen en rioolbuizen die nog de grond in moesten. Toegegeven, het was een speelparadijs voor kinderen als ik, maar toch ook een tamelijk karakterloze plek waar je je niet werkelijk geborgen voelde. We behoorden in 1959 tot de eerste bewoners van deze buurt en het was afzien.

1959 Rioolbuizen worden afgeladen in Jan Vethstraat

Nu wordt het allemaal anders. Nieuwe flats vervangen de oude, de indeling van de percelen is gewijzigd, er wordt ‘energieneutraal’ gebouwd, de buurt krijgt een eigen naam: Stadstuin Overtoom. Zolang je iets maar hardnekkig een tuin blijft noemen, bloeit de boel vanzelf wel op, zal de redenering zijn geweest.

Lees ook:
Ik mocht mij er niet mee bemoeien

Nog steeds troosteloos

De huurflats maken plaats voor een mix van huur- en koopwoningen met parkeergarages. In de plannen is het prachtig, in de werkelijkheid is het nog steeds troosteloos en zonder karakter. Maar dat is mijn eigen beleving.
Intussen schijnt de belangstelling voor de koopwoningen groot te zijn. Maar dat zou ik ook zeggen als het mijn werk was om die woningen te verkopen.
Helaas, in de nieuwe wijk hebben zich al twee schietpartijen voorgedaan. Daar gaat dat mooie klimaatneutrale Stadstuin-imago. Want tegen de criminele paupers kun je als enthousiaste woningcorporatie niet op. Uiteindelijk wonen de mensen liever in een veilige, kogelvrije buurt dan in een ‘groen, openbaar en autovrij stadspark’.

Aan hem lag het niet

De Berk

Toen eenmaal de aarde voor ons tuintje was gestort, ging mijn vader verwoed aan de slag. Hij was een tuinier in hart en nieren. Aan hem heeft het niet gelegen dat tuinstad Overtoomseveld nooit een echte tuinstad is geworden. In de uiterste hoek van de tuin plantte hij een berkje. In de decennia erna groeide het ding uit tot een reusachtige boom die boven de flat uittorende. De flat is weg, maar verdomd, die berk staat er nog!

Dit vervulde mij toch wel met enige trots. Ik hoop dat ze hem zullen laten staan. Dat heeft mijn vader wel verdiend en het brengt de nieuwgebouwde buurt alvast een heel klein stukje dichterbij dat pretentieuze ‘stadspark’.

Laatste revisie op 2 februari 2019.

(637 keer bezocht, 1 bezoeken vandaag)

Schrijft op Arnoud Hugo en Amsterdam Centraal. Vader ZKKH. Wanneer tijd over: schrijven, muziek, voorlezen, redactie Amsterdam Centraal.

7 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Previous Next
Close
Test Caption
Test Description goes like this
Total
0
Share