Ik had nooit gedacht dat je zo snel in het ziekenhuis kon belanden. Gewoon, in het algemeen, niet eens alleen bij corona.
Bij de meeste niet-geplande gevallen slaap je plotseling niet meer in je eigen bedje, maar tussen rochelende medeburgers en piepende monitoren.
Het overkwam -zoals u inmiddels vermoedt- mijzelf.
Ik was vorige maand bij de kaakchirurg. De week daarna kreeg ik koorts. Ik begon te hoesten. Nog een week later begon ik wat onvast te lopen. Voor de zekerheid stuurde mijn huisarts mij naar de polikliniek voor een TIA-onderzoek, want ik sta niet bekend als dronkenlap.
Vonkjes in mijn hersenen
Diezelfde avond zag de neuroloog op de MRI-beelden allerlei vonkjes in mijn hersenen. Dat was niet goed. Dat was vast een ontsteking op mijn hartkleppen die micro-bloedpropjes mijn brein in lanceerde. Ik moest onmiddellijk worden opgenomen! Mogelijk moest ik wekenlang aan het antibiotica-infuus. Vermoedelijk allemaal dankzij de kaakchirurg die verzuimd had antibiotica te geven. Een bacterie in de bloedbaan is namelijk een vaker voorkomende complicatie bij kaakchirurgische ingrepen.
That escalated quickly!
Tot dusver is alles goed afgelopen. Er werden geen bacteriën op de kleppen gevonden. Ik werd op alle mogelijke manieren gescand. Ik mocht na twee nachten weer naar huis. Geen idee wat me nu mankeerde. Het zit tussen de oren, dat wel… Ik ben ook nog niet van ze af. De poliklinieken staan me in het nieuwe jaar alweer op te wachten.
Het is waar
Wat ze zeggen over de zorg is waar: die mensen zijn allemaal geweldig. Ik ben met heel veel liefde en aandacht verzorgd. De specialisten namen de tijd om alles goed uit te leggen en om mij door lastige onderzoeken heen te praten. Een MRI en een CT-scan is nog te doen, de operateurs deden het met veel humor. Maar een slang in mijn slokdarm om mijn hart beter te filmen en een ruggenprik zijn toch onderzoeken waarbij je denkt: Guantanamo Bay is er niks bij. Maar niets dan hulde voor de betrokken en rustgevende begeleiding door neuroloog, cardioloog, radioloog en verpleging.
De medepatiënten
Ook niets dan lof voor de drie medepatiënten op mijn zaaltje. Tegenover mij lag een heel oude man met een ernstige rugvergroeiing. Een bochel. Hij stond onder een hoek van negentig graden boven zijn rollator. Hij werd vooral ‘s nachts actief. Dan leunde hij over het bed van de bejaarde man naast hem en riep: ‘Nellie!’
Hij dacht dat het zijn vrouw was.
“Ga weg, ik ben Nellie niet!” sputterde de buurman tegen.
Dat bleef zo’n tijdje voortduren, waarbij het discours af en toe toch een beetje agressief werd. Uiteindelijk belde ik dan maar de zuster, die de heer Quasimodo weer vriendelijk zijn bed in praatte. Maar dit herhaalde zich tot drie keer toe. Dan stond hij er weer. Opvallend vond ik wél dat hij de tweede keer niet sprak over ‘Nellie’, maar over ‘Hetty’. Heel verdacht. Zou het zijn minnares zijn? Niets is onmogelijk.
De bullebak
De derde buurman was de bullebak van de zaal. Hij was uitermate zwaarlijvig, tierde regelmatig tegen het verplegend personeel dat zijn medicijnen niet deugden (hij had een enorme waslijst) en begon midden in de nacht bij herhaling te brullen om twee paracetamolletjes.
Hij was zwaar diabeet en was diezelfde avond door de brandweer bewusteloos via zijn balkon naar buiten getakeld. Kijk, zo kan het dus ook.
Hij had de gordijnen rondom zijn bed dicht, want hij wilde geen mensen zien. Ondertussen kwamen er allerlei onfrisse geluiden vanachter dat gordijn. Hij had een apparaat dat zijn ademhaling ondersteunde, iets met apneu denk ik. Hij klonk als een amechtige walvis. Hij kon niet zelfstandig naar de wc. Er werd een po-stoel achter het gordijn gereden. Al snel merkte ik dat hij op minder dan een meter van mijn bed zat te schijten en te stinken.
Ik maakte uiteraard bezwaar, maar het ziekenhuis was helemaal vol, dus ze konden hem niet verplaatsen.
Nu ja, u merkt, ik heb mij tegen de verwachtingen in wel vermaakt. Als jochie van vier had ik voor het laatst in een ziekenhuis gelegen, dus het was hoog tijd om mijn kennis daaromtrent wat bij te spijkeren. Maar zo kan ie wel weer, wat mij betreft…
Laatste revisie op 28 december 2021.
Beterschap Arnoud! Een gezond 2022 🙂
Zo’n slang in je slokdarm is een verschrikking, ik kan erover meepraten.
Absoluut. Ik doe dit ook pertinent nooit meer zonder narcose (ik vroeg het en ik kreeg het!)
Beste Arnoud, begrijp dat je intussen alweer genezen thuis bent teruggekeerd. Dat wordt gelukkig een opgeluchte oud-en-nieuw in de kring van je gezin. Super! Ik waardeer het dat je je hier zo positief uitlaat over het zorgpersoneel die je nu in hun dagelijkse doen hebt ervaren. Ik maakte iets soortgelijks mee, in begin maart toen men nog maar nauwelijks begonnen was met vaccineren. Ik lijd al een aantal jaren aan een hartritme stoornis, waarover ik hier in het openbaar liever geen details geef. Maar toen op een morgen had ik heel vaak de neiging tot flauwvallen wat me alarmeerde. Was… Lees meer »
Teeering! Een regelrechte nachtmerrie, veel sterkte, en snel beterschap.
Je schrijft er weer prachtig over, maar wel schrikken zoiets!
Dank je voor het compliment, Vera. Ik bleef er zowaar vrij laconiek onder. 😉
mee eens 🙂