In het Parool stond een interview met wethouder Abdeluheb Choho van Duurzaamheid, Openbare Ruimte, Dienstverlening en Bestuurlijk stelsel (D66). Het onderwerp was: de ‘festivallisering’ van Amsterdam.
Ik vat de uitspraken van Choho even samen: Amsterdammers klagen altijd, dus ook over festivals. Overlast is een kwestie van perceptie. Overlast van festivals hoort bij de stad. De festivals gaan niet verdwijnen, de overlast ook niet.
Onbeschoft
Fijn, zo’n wethouder die een goede balans weet aan te brengen tussen de belangen van álle inwoners van Amsterdam. Ook heel geruststellend dat hij voor ons bepaalt wat ‘bij de stad hoort’. Zijn uitspraken zijn bij het onbeschofte af. Laten wij daarom allen tegen zijn voordeur gaan staan pissen, want u weet nu: overlast is een kwestie van perceptie, dus hij zal er geen bezwaar tegen hebben.
Of je nu voor of tegen festivals en andere grootschalige activiteiten bent, er zit een grens aan het absorptievermogen van een stad. Die moet je als bestuurder bewaken. Maar volgens de wethouder zijn er meer mensen die genieten van de festivals dan mensen die erover klagen, dus waar hebben we het over?
Het is op zichzelf al een dubieuze stelling. Je moet het aantal genieters vergelijken met het aantal mensen dat er last van heeft, niet met de hoeveelheid klagers. En dan hebben we het nog niet eens over de schade aan de omgeving.
Klagerscultuur
Door bestuurders als Choho is deze stad volkomen aan het doorslaan wat betreft festivals en festiviteiten. Typisch een bestuurder die denkt dat je een stad kunt runnen als een bedrijf. Een volkomen verkeerde insteek. Er moet in Amsterdam namelijk ook nog gewerkt, geslapen, gerust, geleerd en gespeeld worden. Dat gaat wat moeilijk met de voortdurende herrie van meer dan 300 festivals, Gay Pride, Sail en Koningsdag aan je kop. Maar wie bezwaar heeft tegen de onevenwichtige manier waarop Choho de belangen van burgers behartigt, wordt direct in de hoek van de ‘klagers’ gezet: ‘Klagen hoort bij de Amsterdamse cultuur’.
Kortzichtige bestuurders
De houding van ‘lawaai hoort nu eenmaal bij de grote stad’ is een kortzichtige en een egoïstische. Want wie heeft bepaald hoevéél lawaai er bij de grote stad hoort? En waarom moeten altijd dezelfde mensen (omwonenden) de dupe zijn? En nee, festivalliefhebbers, zij hoeven niet naar de hei te verhuizen als ze er bezwaar tegen hebben. Zij hebben namelijk ook rechten en mogen eveneens meebepalen wat bij een grote stad hoort.
Wanneer Amsterdam er over een aantal jaren volslagen uitgewoond en suf gefeest bij ligt danken we dat aan kortzichtige bestuurders als Abdeluheb Choho.
Eerder gepubliceerd op debatsite Amsterdam Centraal (16 augustus 2015).
Laatst bewerkt:
.Laatste revisie op 5 februari 2019.