Klaarkomen op een vallend brugdeel

In Alphen aan den Rijn sloegen twee enorme hijskranen om met een brugdeel in hun takels. Een gigantische ravage was het gevolg. Er verschenen filmpjes van het gebeuren op de sociale media.
Bij één van die filmpjes stond een vrouw gedurende de hele opname hysterisch te gillen. Meer dan een halve minuut. Dit was voor mij het aller-aller-aller-ergste van de hele gebeurtenis.

Later vroeg ik mij af of er zoiets bestaat als het ervaren van seksueel genot bij het zien van spectaculaire rampzaligheden. Zou het kunnen dat de vrouw niet hysterisch was, maar daar onbekommerd stond klaar te komen bij de aanblik van die reusachtige vallende kranen?

Vreemde gedachte

U vindt dit wellicht een vreemde gedachte van mij, maar je staat soms versteld van de dingen waarvan mensen opgewonden raken.
Zo zijn er vrouwen die tijdens de seksuele interactie onafgebroken schreeuwen. Echt keihard. Net als die vrouw in het filmpje dus. In een ver verleden heb ik het zelf een keer mogen moeten ervaren, anders zou ik het niet geloven. Om je dood te generen. Je bent elk moment bang dat de buren de politie gaan bellen. En op het laatst zou je bijna hopen dat ze dat ook daadwerkelijk doen, om maar van dat gekrijs af te zijn. Want neem van mij aan: noodgedwongen neuken met je vingers in je oren gaat ten koste van de gezelligheid. En om nu permanent een rol Duct-tape op het nachtkastje paraat te houden is ook weer zo’n ding…
Maar als dan uiteindelijk de politie aan de deur verschijnt, heb je nog best kans dat die agenten zeggen: “Ach meneer, hiervoor worden wij zo vaak gebeld! Wij maken dit bijna dagelijks mee.”

Gemmie

Terug naar Alphen aan den Rijn. Inmiddels heeft de Telegraaf achterhaald wie de vrouw is die verantwoordelijk was voor het hysterisch gegil. Ze heet Gemmie Walet. Vanaf nu: Gillende Gemmie.
Als ik de Telegraaf was zou ik eens langs gaan bij haar buren. Dat zou nog wel eens interessante kopij op kunnen leveren. Op z’n minst voor de roddelpagina.

Foto bij dit artikel: Alfenaar, via Flickr.

Laatste revisie op 5 februari 2019.