Over het algemeen ben ik niet zo voor het verbieden van zaken. Maar soms kan verbieden een functie hebben. Het verbieden kan dienen als ‘statement’, als stellingname. Zoals in het geval van Hitlers ‘Mein Kampf’.
Het is galeriehouder Michiel van Eyck van de Totalitarian Art Gallery namelijk opnieuw gelukt de aandacht op zijn toko te vestigen, lees ik in Het Parool. Wederom met een exemplaar van Hitlers verwerpelijke boek. Dit keer is het een uiterst zeldzaam exemplaar, want uitgevoerd met zilverbeslag en barnsteen. Ja, ‘der Adolf’ wist wel hoe je een vlag op een modderschuit moest zetten.
En dus brandt nogmaals de discussie los of dit boek zomaar verkocht mag worden of niet. Het debat over het vorige exemplaar is nog niet eens afgerond, want die zaak is in hoger beroep nog onder de rechter.
Aangifte
Daar gaan we dus weer. Federatief Joods Nederland doet ook deze keer aangifte wegens haat zaaien. Ze vinden de bond van Antifacisten aan hun kant. Van Eyck noemt het een boek van grote historische waarde, omdat er ook nog een opdracht van de Führer zelf in staat. Toe maar.
De wetgeving en jurisprudentie rondom Mein Kampf is nogal halfslachtig. Kort samengevat: de verkoop en verspreiding is verboden als je er haat mee wilt zaaien. Wanneer je het boek verkoopt aan verzamelaars of historici mag het wél.
Voorstanders
Volgens de voorstanders van verkoop is de wetgeving achterhaald, want Mein Kampf is in andere landen vrij verkrijgbaar en ook via internet te lezen. Dat lijkt heel ruimdenkend, maar ik vind dat eerder een argument om de verkoop van het boek in Nederland juist gewoon te verbieden. Historici kunnen op internet terecht en verzamelaars gaan maar naar het buitenland. En ach, waarom zou iemand een slecht boek van een van de grootste psychopaten en massamoordenaars uit de wereldgeschiedenis willen hebben? Waarom zou je dergelijke absurde verzameldrift faciliteren? Een beetje gaaf exemplaar schijnt tienduizenden euro’s op te brengen. Dit soort mensen moet je eerder tegen zichzelf in bescherming nemen.
Strikt verbod
Het lijkt me juist goed om als overheid met een strikt verbod te komen. Geen uitzonderingen. Daarmee neem je dan tenminste een duidelijk standpunt in, geef je een signaal af dat niet voor meerdere interpretaties vatbaar is: dit willen wij niet in Nederland. Mein Kampf is in zichzelf al het zaaien van haat, met welk oogmerk je het ook zou willen verspreiden.
Stelling nemen
Met een verbod laat je zien dat je de emoties en trauma’s van een bepaalde bevolkingsgroep serieus neemt. Je laat zien dat je het gedachtegoed in Mein Kampf onder alle omstandigheden ten stelligste afwijst. Ook niet aankomen met slappe argumenten als ‘de vrijheid van meningsuiting of drukpers’. Die hoeven we niet toe te passen voor iemand die iedereen met een andere mening tegen de muur zette, boeken verbrandde en onwelgevallige kunst vernietigde.
Niet alleen op de dodenherdenking roepen: ‘dit nooit meer’, maar ook in daden principieel stelling nemen.
Kwartje
Geef Van Eyck ondertussen maar een beter boek cadeau. Bijvoorbeeld ‘In Europa’ van Geert Mak. Veel beter leesbaar en met hoofdstukken vol indringende beschrijvingen over het immense leed dat Hitler en Stalin over Europa hebben uitgerold. Misschien valt dan ook bij hem eens het kwartje waarom je Mein Kampf niet moet willen verkopen.
Laatste revisie op 6 februari 2019.
Tienduizenden Euro’s? Ik heb mijn gave exemplaar net weggegooid; overigens na zorgvuldige vernietiging. Het bezit ervan is in mijn woonland Duitsland verboden.
Het was nog van een (Nederlandse) oom geweest. Ik heb er ongeveer twee uur in gelezen en het toen weggeflikkerd. Wat een vervelend, stom en minderwaardig boek!
Maar juist daarom: kan zoiets nu echt nog kwaad? Soms denk ik: een goedkope herdruk in stapeltjes bij de kassa en volgend jaar in de ramsch omdat niemand er zin in had, zou dat niet een betere manier zijn om van dit overschatte spookboek af te komen?
Ik probeer maar wat hoor.
Ik zie een verbod dan ook meer als een symbolische daad uit solidariteit met degenen die hebben geleden onder dit gedachtegoed.
Tja, ik zou zeggen: doodzwijgen.
Maar dat ook is al verbreken van veelzeggende stilte.
Ik begrijp dat je je hart wilt luchten, maar probeer het maar te negeren.
Ik krijg het nog wel eens benauwd als ik (onvermijdelijk in de mei-dagen) de oude films voorbij zie komen met mensenmassa’s onder swastika-banieren allemaal met de arm stijf schuin omhoog. Ik vertrouw mensenmassa’s niet sinds mijn kinderjaren. Voetbalhooligans bevestigen mijn vooroordeel.
Maar gisteren liep ik door het park – de zon gaf even een lente illusie – en ik zag zes alleraardigste meisjes in het gras, zingend bij een gitaar. Ik begon een praatje en toen lieten ze me een verzoeknummer horen. Ze waren blij, pas geslaagd voor hun eindexamen en samen een weekje op stap.
Ze kwamen uit Bremen. Misschien was hun overopa wel bij de hitlerjugend, dat komt immers in de beste families voor…