Voor steeds meer mensen in dit land is de Tweede Wereldoorlog iets waar je maar niet meer teveel over moet zeuren. Is mijn indruk. Op sociale media kom je af en toe grappen tegen over de de Holocaust. Moet kunnen, zeggen ze dan, het is al zo lang geleden.
Het zijn vast mensen die niemand in hun familie hebben die is omgekomen of omgebracht in de oorlog, die niemand hebben om te herdenken.
Toch zou het ook voor die mensen goed zijn om zich eens voor te stellen hoe het zou zijn als in je straat bijvoorbeeld zomaar hele gezinnen worden weggevoerd. Ineens is dat huis verlaten, leeg en zonder ziel.
Of dat je zelf alleen een klein koffertje mag pakken en wordt weggevoerd van alles dat je dierbaar is, je kinderen, je vrienden, je familie, je buren, je leuke spullen. Op weg naar een dreigende, onzekere toekomst.
Kies in gedachten -laten we zeggen- vijf dierbare familieleden en vrienden uit en stel je voor dat ze van de ene op de andere dag worden weggehaald. Kúnnen wij ons dat eigenlijk nog wel voorstellen?
Herdenken is inlevingsvermogen. Herdenken vermindert het risico dat er nog eens psychopaten aan het bewind komen in Europa.
Laatste revisie op 6 februari 2019.
Vertellen door getuigen – twee generaties hebben dat gedaan – dat hield het levend. Toen stonden ze nog niet te dringen om elke na-oorlogse blauwhelm een heldenstatus aan te meten.
Nu is de zoon van oud-generaal Uhm opeens een belangrijke gesneuvelde in ons nationaal besef – de holocaust, het verzet en tijdens WOII gevallenen lijken langzaam van de hoofdzaak tot een van de vele zaken te worden die ”en grosse” herdacht moeten worden.
De Nazi-tijd en ideologie is met geen enkel ander conflict te vergelijken. Om vervlakking en desinteresse te voorkomen moeten de uitwassen van 1933-1945 centraal blijven staan. Nu is de derde generatie aan de beurt om te vertellen van eigen kindherinneringen en om de verhalen van opa en oma, oom en tante enz. door te vertellen.
In mijn geheugen zijn de jaren 1944 en 1945 nog zo op te diepen. De eerste herdenking die ik meemaakte was in 1950 op de middelbare school. De rector begon zijn speech met: Voor jullie zal het allemaal als geschiedenis zijn, je zult er niet veel bewust van meegemaakt hebben…”
In 1950! Ik was bijna 12, de bevrijding lag amper 5 jaar achter ons. Mijn vader was opgepakt in januari 1945. Mijn oudere broer had in 1950 net verkering met een Joods meisje, dat later zijn vrouw werd, De oorlog zat dagelijks bij ons aan tafel. Wat was ik kwaad op die rector.
”Kom vanavond met verhalen/ hoe de oorlog is verdwenen/ en herhaal ze honderd malen/ alle malen zal ik wenen…” (Leo Vroman).
Moet jij niet eens een autobiografie schrijven, John? Zoveel boeiende en meeslepende verhalen van alles wat jij hebt meegemaakt! 🙂
Ach Arnoud, eigenlijk heb ik bij stukjes en beetjes al bijna een autobio geschreven. Maar dan steeds in verhaalvorm, afgeronde episodes. Een echte doorlopende biografie langs de tijdbalk waarin je de hoofdpersoon volgt moet eigenlijk door een ander geschreven worden, dat vind ik tenminste. Voor mij zou een autobio als ijdelheid aanvoelen. Wel zoek ik nog een zorgzame en geïnteresseerde beheerder van mijn literair nalatenschap in vele honderden stukjes, reisverhalen en gedichten.
Helaas is empathie niet een van de sterkste kanten van het merendeel van de mensheid.
Mooi stukje, Arnoud. Goed om opnieuw te benadrukken
Dank je Tinie! En deel het maar op Facebook! 😉